Wat een bestuurder maximaal mag verdienen, is sinds 1 januari niet langer voor het hele primair onderwijs hetzelfde, maar afhankelijk van de bestuurlijke complexiteit van de instelling waarvoor hij of zij werkt. De Tweede Kamer heeft vorig jaar besloten dat er een maximum moet komen voor het salaris van bestuurders van onderwijsinstellingen. De uitgangspunten van deze nieuwe regeling zijn
eenvoud, transparantie en controleerbaarheid, aldus de minister. Sinds 1 januari is er een systeem met zeven klassen, waarin onderwijsbestuurders worden onderverdeeld op grond van de moeilijkheidsgraad van hun functie. De accountant moet bij de controle van de jaarrekening 2016 de naleving van de nieuwe wetgeving controleren en vaststellen of de bezoldigingsklasse juist is vastgesteld.
De complexiteit wordt bepaald op basis van 3 criteria:
1. de totale baten;
2. het totaal aantal leerlingen;
3. het aantal onderwijssoorten of -sectoren.
Lees hier de complete regeling.
