De regeling Beleggen en Belenen wordt aangepast. Deze regeling ziet erop toe dat publieke middelen niet worden gebruikt voor risicovolle beleggingen. Schoolleiders en bestuurders moeten de regeling in acht nemen wanneer zij schoolgelden beleggen en belenen. De aangepaste regeling gaat op 1 januari 2016 in. De accountant zal voor de jaarrekeningcontrole 2015 dus nog toetsen volgens de oude regeling.
Het uitgangspunt van deze regeling is dat publiek geld wordt verstrekt ten behoeve van het verzorgen van onderwijs en onderzoek en dat deze middelen in overeenstemming met die bestemming worden besteed. Dit proces mag niet in gevaar worden gebracht door het aangaan van risicovolle beleggingen. De boodschap blijft dus hetzelfde: wees terughoudend met beleggingen en kijk wat risicoarm kan worden verdiend.
Neem geen risico’s
De regeling is voor het laatst aangepast in 2009. De reden voor de nieuwe aanpassing is dat de wetgever de regeling wil afstemmen op een aantal recente ontwikkelingen. Inmiddels is er een handreiking ter verduidelijking opgesteld en in 2013 is er een beleidskader derivaten aan toegevoegd. Er zijn bovendien enkele voorbeelden van situaties waarbij publiek geld niet optimaal is besteed (denk aan het ROC Leiden). Jeanet van Zwol, coördinerend adviseur bij de Directie Financieel Economische Zaken van het ministerie van OCW: “De belangrijkste doelstelling van de regeling is en blijft dat een instelling geen risico’s moet nemen. Voor de rest is het met name verduidelijking van de huidige regeling zodat de doelstelling goed in de regeling is verwerkt.”
Strengere eisen
De nieuwe regeling omvat onder andere strengere eisen aan de rating van financiële instellingen en de producten waarin wordt belegd door publieke en semipublieke instellingen. Op dit moment is een A-rating vereist voor beleggingen met een looptijd tot en met drie maanden. Voor beleggingen met een looptijd langer dan drie maanden is een AA-rating noodzakelijk. In de nieuwe regeling wordt aansluiting gezocht met de vereisten van DNB. Ook wordt de definitie van de professionele belegger voor alle semipublieke sectoren gelijk getrokken. Verder wordt de maximale looptijd van een derivaat ingeperkt en mogen alleen derivaten worden afgesloten die een perfecte hedge vormen ten opzichte van het af te dekken risico. Met andere woorden, het risico moet volledig zijn gedekt.
Er komt geen lijst van goedgekeurde instellingen waar mee mag worden gehandeld. Onderwijsinstellingen moeten dus zelf vaststellen of een financiële instelling aan de eisen voldoet.