In april 2013 sloten het kabinet en de sociale partners het sociaal akkoord. Hierin werden maatregelen afgesproken om de arbeidsmarkt aan te passen aan de veranderende arbeidsverhoudingen in de samenleving. Als onderdeel van dit akkoord is de Wet werk en zekerheid (Wwz) ingevoerd, een wet die de positie van flexwerkers op de gehele arbeidsmarkt moet versterken. Dankzij deze wet hebben zij bijvoorbeeld eerder recht op een vast contract. De Wwz is in werking getreden op 1 januari 2015. De belangrijkste wijzigingen, onder meer de ketenregeling die bepaalt dat elkaar opvolgende tijdelijke dienstverbanden op een zeker moment overgaan in een vast dienstverband, gaan echter in op 1 juli 2015.
Omdat werkgevers en werknemers in het primair onderwijs dit jaar geen nieuwe cao hebben afgesloten, mogen schoolbesturen gebruikmaken van een jaar overgangsrecht voor de ketenregeling. ,,Dit neemt niet weg dat het vijf voor twaalf is’’, aldus Annette van Kaam, P&O-adviseur bij Heliomare uit Wijk aan Zee. De PO-Raad sprak haar over de wijze waarop de instelling voor speciaal onderwijs (circa 500 leerlingen) zich heeft voorbereid op de nieuwe wet. In het bijzonder op de ketenbepaling.
Kan de sector primair onderwijs, waarin 90 procent van de werknemers een vast contract heeft, de Wwz wel aan?
,,De ketenregeling zal er zeker in hakken. Flexibel is een moeilijk woord in onze sector, alles is vast en gereguleerd. Mensen willen met zekerheid weten op welke dagen zij moeten werken. Dus wat dat betreft wordt het heel pittig om de consequenties van de Wwz flexibel op te vangen. Het jaar overgangsrecht is daarom geen overbodige luxe.’’
,,Aan de andere kant is de uitzonderingspositie van het onderwijs discutabel. Door bijvoorbeeld alle vakanties en de hele systematiek hier rondom is er te weinig mogelijkheid om mee te bewegen. Ook wij moeten moderniseren.’’
Wanneer en waarom heeft Heliomare besloten dat zij zich op de wet moest gaan voorbereiden?
,,Als P&O-professional moet je natuurlijk op de hoogte zijn van wat er speelt in jouw vakgebied. In een vroeg stadium hebben we geconstateerd dat de Wwz en met name de flexwet voor behoorlijk wat impact zou gaan zorgen binnen onze organisatie. Voorheen was het zo dat wanneer men ’s ochtends een ziekmelding kreeg, men ‘P&O belde’ voor een vervanger. Onder de nieuwe wetgeving zou een invalkracht al een vast contract moeten krijgen wanneer zij in twee jaar tijd drie keer één dag iemand komt vervangen. Die middelen hebben we niet. De vervangingen moesten we dus anders gaan inrichten. We hebben daarom nieuw ‘Wwz-proof’-beleid ontwikkeld en dit op 1 augustus 2014 – een jaar voordat de meeste regelingen van de Wwz daadwerkelijk in zouden gaan – ingevoerd. Zo hadden we voldoende tijd om te wennen en om de kinderziektes op te sporen, zodat onze organisatie op 1 juli 2015 ‘flexwetproof’ zou zijn.’’
Waar liepen jullie tegenaan?
,,Het was de eerste paar maanden behoorlijk wennen. In de oude situatie was er een vervanger bij kortdurende afwezigheid en opeens was dat niet meer zo. Afdelingen moesten intern kortdurende afwezigheid oplossen. Eerder putten we op dit soort momenten uit een vervangerspool van negentig oproepkrachten. Deze groep is geïnformeerd over de nieuwe werkwijze. Door deze nieuwe werkwijze is men anders gaan denken en komt men tot creatieve oplossingen: klassen worden samengevoegd, leraren verzorgen onderwijs zonder een vaste klassenassistent of de leraarondersteuner neemt de klas over van de leraar. Hierdoor hebben we nooit klassen naar huis hoeven sturen.’’
Hebben jullie geen uitzonderingen gemaakt, de wet was immers nog niet officieel in werking?
,,Nee, dat schiet niet op en geeft enkel onduidelijkheid. In principe maken we geen uitzonderingen. Wel is het zo dat we voorziene afwezigheid opvangen met oproepkrachten. Dan gaat het over langdurige ziekte (minimaal twee maanden), zwangerschap- of ouderschapsverlof.’’
Wat is de stand van zaken nu?
,,We zijn volledig ‘Wwz-proof’ nu. Het overgangsjaar is prettig, op deze wijze hebben we wat meer ruimte, maar we zijn klaar voor de flexwet.’’
Jullie vroegtijdige aanpak klinkt als een goed voorbeeld voor andere scholen. Maar bevindt Heliomare zich niet in een behoorlijk luxe situatie met klassen van circa 12 leerlingen en een klassenassistent op ieder klas?
,,De grootte van de klassen is natuurlijk inherent aan de doelgroep. Hiermee is de zwaarte voor het personeel zeker niet minder dan in het reguliere onderwijs. Voor iedere school geldt echter de les dat zij nú al bezig moeten zijn met de voorbereiding op 1 juli 2016. Gebaseerd op onze goede ervaring adviseer ik alle scholen om na de zomer van start te gaan met de Wwz zodat ze voldoende tijd hebben om te wennen hieraan.’’
Heeft u nog aanvullende tips voor andere scholen?
,,Blijf kritisch kijken naar je eigen organisatie en ook naar de systematiek van het onderwijs in het algemeen. Wij hebben bijvoorbeeld de keuze gemaakt om uit het Vervangingsfonds te stappen en eigenrisicodrager te worden. Hierdoor werd voor onze organisatie een stuk duidelijker dat vervanging geld kost, wat vervolgens leidde tot een intensivering van ons ziekteverzuimbeleid. Vervanging is geen vanzelfsprekendheid meer. Daarnaast is het uittreden uit het Vervangingfonds voor Heliomare financieel gezien een goed besluit geweest en hebben we extra kunnen investeren in formatie.’’
Lees meer over dit onderwerp op onze themapagina Wet werk en zekerheid (Wwz).
Bron: PO-Raad