Het ministerie van OCW ziet met instemming dat alle onderwijssectoren hun reserves willen afbouwen. Tegelijkertijd is in iedere sector het gerealiseerde resultaat van 2018 hoger dan geraamd. ‘Dat roept de vraag op of het begrote negatieve resultaat de komende jaren wel gerealiseerd zal worden’, schrijven de ministers Van Engelshoven en Slob aan de Tweede Kamer.

In het primair onderwijs is de rentabiliteit in 2018 bijna nihil. Het gerealiseerde resultaat is € 6 miljoen; een fractie van dat van 2017 (€ 106 miljoen). De inkomsten en uitgaven van de schoolbesturen in het po op macroniveau waren in 2018 dus vrijwel met elkaar in evenwicht. Dit ondanks de extra investeringen in het po; € 270 miljoen voor de verbetering van de salarissen en € 99 miljoen voor de aanpak van de werkdruk. Van dit geld is bijna niets op de plank blijven liggen.

In het voortgezet onderwijs was de rentabiliteit in 2018 hoger dan het voorgaande jaar (1,1% in 2018, 0,7 % in 2018). Het gerealiseerde resultaat was € 94 miljoen; € 64 miljoen hoger dan geraamd. Volgens de raming zal de gemiddelde rentabiliteit in het vo de komende jaren dalen. Met gelijkblijvende solvabiliteitscijfers en dalende liquiditeitscijfers betekent dit dat het vo van plan is in te teren op de reserves. Het geboekte resultaat in het vo is in 2018 fors hoger dan verwacht. De besturen waren dus van plan meer geld uit te geven maar hielden toch meer over dan verwacht. ‘Dit komt voornamelijk door een te negatieve inschatting van inkomsten’, aldus de ministers.

De komende jaren zal in zowel het po als het vo negatiever worden begroot. Gezien het huidige verschil tussen verwacht en behaald resultaat is volgens het ministerie onduidelijk of negatief begroten ook echt zal leiden tot minder reserves.

Onderwijsbestuurders lieten OCW weten dat het niet eenvoudig is om bewust negatief te begroten. Leden van de raad van toezicht, schoolleiders en medezeggenschapsraden houden niet van rode cijfers. Het ministerie adviseert bestuurders om:

  • met de accountant een risicoanalyse en bijbehorend benodigd vermogen te formuleren.
  • de gemiddelde nacalculatie te berekenen, gebaseerd op wat de afgelopen jaren van de overheid is ontvangen. Daar kan men dan vooraf rekening mee houden.
  • een duidelijke link te leggen met vrij besteedbaar geld.

Verder vinden de ministers dat de raden van toezicht niet moeten dwarsliggen als besturen met grote reserves een negatief resultaat willen realiseren om zo aanspraak te maken op hun reserves.

 

Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!