De Eerste Kamer heeft medio vorig jaar de Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen aangenomen. Dit betekent ook dat onderwijsinstellingen vanaf dit jaar belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting. Voor wat betreft de omzetbelasting blijft met name het detacheren van personeel een aandachtsgebied omdat
dit een met omzetbelasting belaste activiteit is.Veel onderwijsinstellingen kunnen zich beroepen op de onderwijs- en onderzoeksvrijstelling en hebben daarom niets te maken met de vennootschapsbelastingplicht. In de wet is een specifieke vrijstelling opgenomen voor onderwijsinstellingen die werkzaamheden verrichten op het gebied van bekostigd onderwijs en onderzoeksactiviteiten. Deze vrijstelling is van toepassing als:
a) de activiteiten voor 90% of meer bestaan uit bekostigde onderwijs- of onderzoeksactiviteiten (de Activiteiteneis);
b) het onderwijs of het onderzoek voor 70% of meer wordt bekostigd uit publieke middelen, wettelijk collegegeld of instellingscollegegeld, wettelijk lesgeld of uit bijdragen die worden ontvangen van algemeen nut beogende instellingen waarvoor geen, dan wel een marginale contractuele, tegenprestatie wordt gevraagd (de Bekostigingseis).
Scholen die worden vrijgesteld van vennootschapsbelasting, hoeven die ook niet te betalen over andere (commerciële) activiteiten.
Omzetbelasting
Slechts onder bepaalde voorwaarden kan bij detachering een beroep worden gedaan op een vrijstelling voor de omzetbelasting. Wanneer niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, vormt de in rekening gebrachte omzetbelasting bij de inlenende onderwijsinstelling een kostenpost. Die komt namelijk niet voor aftrek in aanmerking.
In de praktijk blijkt dat onderwijsinstellingen nogal eens vastgoed verhuren. In de regel vormt dit een van omzetbelasting vrijgestelde activiteit. Onder voorwaarden is met omzetbelasting belaste verhuur een optie. Dit heeft als voordeel dat de onderwijsinstelling (een deel van) de aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting (bijvoorbeeld op renovatie- en schoonmaakkosten) kan aftrekken. Voor wat betreft de verhuur van gymnastiekruimten geldt dat deze activiteit is aan te merken als ‘het geven van gelegenheid tot sportbeoefening’. Dat is belast met 6% omzetbelasting. Naar verwachting wordt ook deze activiteit binnenkort vrijgesteld van omzetbelasting.
Passend onderwijs
In verband met de invoering van de Wet Passend Onderwijs in 2014 hebben de staatssecretarissen van Financiën en OCW besloten dat tot 1 augustus 2016 bij wijze van overgangsmaatregel een btw-vrijstelling geldt voor bepaalde werkzaamheden van samenwerkingsverbanden en van de scholen die hiervan deel uit maken. Deze vrijstelling geldt voor prestaties die over en weer worden verricht op het gebied van passend onderwijs en die voortvloeien uit het ondersteuningsplan. In dit plan worden afspraken vastgelegd over de manier waarop zorgleerlingen in het samenwerkingsverband worden opgevangen.
Ook de detachering van personeel binnen het samenwerkingsverband kan onder een vrijstelling vallen wanneer deze een uitvloeisel vormt van het ondersteuningsplan. Bijvoorbeeld: als in het ondersteuningsplan staat dat er een commissie moet zijn die een toelaatbaarheidverklaring beoordeelt en afgeeft. Dan is het uitlenen van deskundigen door een school aan het samenwerkingsverband vrijgesteld van btw-heffing.
Gezien de weerbarstigheid van deze materie, is het raadzaam om het al dan niet belastbaar zijn voor de omzetbelasting van genoemde prestaties te laten toetsen door een fiscalist.