De invoering van de Wet DBA (en het vervallen van de VAR) zorgt voor een ingrijpende wijziging in de loonheffing van toezichthouders. Over de beloning van de Raad van Toezicht hoeft vanaf 1 mei 2016 niet langer loonbelasting te worden ingehouden. De staatssecretaris heeft vooruitlopend op een aanpassing in de wet per 1 januari 2017 via een beleidsbesluit goedgekeurd dat toepassing van de regeling voortaan achterwege blijft als beide partijen daarvoor kiezen.

Hierdoor wordt de beloning van de toezichthouder niet meer automatisch in de loonheffing betrokken. Er kan nog wel worden gekozen voor een zogenaamd fictief dienstverband maar het is ook mogelijk om de beloning alleen nog met inkomstenbelasting te laten belasten, als winst uit onderneming of als resultaat uit werkzaamheid. De toezichthouder is in dat geval zelf de eigen bijdrage Zvw van 5,5 procent verschuldigd over zijn beloning. De instelling hoeft dan geen loonheffing meer in te houden en af te dragen. Dit betekent een administratieve vereenvoudiging en kostenbesparing voor de instelling.

Als de wet is gewijzigd, kun je, als de toezichthouder kiest voor het werknemerschap en voor toepassing van de Wet op de Loonbelasting, alleen nog een zogenoemd ‘opting-in verzoek’ indienen bij de Belastingdienst. Opting-in kan niet als de inkomsten van de toezichthouder voor de inkomstenbelasting te kwalificeren zijn als belastbare winst uit onderneming. Voor toezichthouders is de vrijwilligersregeling nog steeds niet van toepassing. Het schrappen van het fictieve dienstverband heeft geen gevolgen voor de btw. Toezichthouders blijven btw-ondernemers. Onder voorwaarden kan hiervoor vrijstelling worden gekregen.

Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!