Het geld voor de bestrijding van onderwijsachterstanden zal beter worden verdeeld over het land, zo heeft het kabinet besloten. Het kabinet kiest nu voor een verdeelsleutel waarmee de onderwijskansen worden vergroot van kinderen die dit het hardst nodig hebben. In het nieuwe systeem gaat ook minder meetellen waar een kind woont: er wordt meer gekeken naar het risico op een achterstand dan of het kind in een kleine of grote gemeente woont.

Voortaan wordt niet meer alleen gekeken naar het opleidingsniveau van de ouders om te bepalen welk kind een risico heeft op een achterstand. Ook wordt meegewogen hoe lang het gezin in Nederland is, het herkomstland van de ouders en of ouders in de schuldsanering zitten. Met die factoren kan het risico op achterstand beter worden voorspeld, vindt het kabinet.
Het achterstandsbudget gaat met € 170 miljoen omhoog voor gemeenten. Scholen krijgen structureel € 260 miljoen. Daarmee komt het totale budget voor het bieden van onderwijskansen aan kinderen uit op € 746 miljoen.

Dat geld gaat vooral naar voorschoolse educatie. Scholen gebruiken het geld voor intensievere begeleiding van leerlingen of speciale taalklassen. Met het extra geld wil het kabinet het aanbod voor peuters uitbreiden van 10 naar 16 uur per week en de kwaliteit verhogen.

Wij zijn met name benieuwd hoe deze nieuwe ‘gewichtenregeling’ administratief gaat worden uitgevoerd. Deloitte heeft vast al zin in het onderzoek naar de uitvoering hiervan!

 

Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!