De Inspectie van het Onderwijs wil sneller kunnen ingrijpen wanneer de onderwijskwaliteit van een school of instelling onvoldoende is en zij tekortkomingen vaststelt. Sinds 1 januari 2023 kan de inspectie in zo’n situatie sneller financiële maatregelen nemen. Wanneer de inspectie tekortkomingen signaleert, geeft zij de betreffende school of instelling een herstelopdracht. Zij geeft ook aan binnen welke termijn de tekortkomingen moeten zijn opgelost. Er gelden financiële maatregelen voor scholen of instellingen die de herstelopdracht niet op tijd uitvoeren. Sinds 1 januari 2023 gelden hiervoor aangepaste maatregelen.
De Inspectie van het Onderwijs kan een deel van de financiering door de Rijksoverheid direct stopzetten. Voert de school of instelling de herstelopdracht na de termijn wel uit? Dan wordt het ingehouden bedrag alsnog niet uitbetaald. Dit geldt alleen voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs.
De Inspectie van het Onderwijs kan meer variëren in de hoogte van het deel van de financiering door de Rijksoverheid dat wordt uitgesteld of stopgezet. Hierdoor sluit de financiële maatregel beter aan op de ernst van de tekortkoming. Dit geldt voor alle sectoren: basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroeps-
onderwijs (mbo) en hoger onderwijs. Het doel van deze maatregelen is dat scholen en instellingen waar het nu niet goed gaat de tekortkomingen sneller oplossen. Het sneller ingrijpen is onderdeel van een breder maatregelenpakket tegen onvoldoende onderwijskwaliteit.