Goede onderwijshuisvesting is een randvoorwaarde voor kwalitatief goed onderwijs, schrijven de samenstellers van het Interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) Onderwijshuisvesting funderend onderwijs. Hun onderzoeksrapport, gemaakt in opdracht van het ministerie van Financiën, kwam in maart 2021 uit. De auteurs signaleren dat de uitgangspunten voor de decentralisatie van onderwijshuisvesting nog steeds worden onderschreven, maar vinden bijsturing van het stelsel ‘zeker nodig’.
Volgens het rapport moet onderwijshuisvesting geschikt zijn voor inclusief onderwijs en verschillende onderwijsconcepten. Er komen lokaal dankzij goede samenwerking mooie projecten van de grond ‘ondanks het stelsel’, aldus het rapport. “Volgens experts van HEVO en Arcadis is er een structureel tekort van circa €700 miljoen per jaar waardoor zowel de onderwijskwaliteit als het halen van de klimaatdoelstellingen risico lopen.” Bovendien zijn veel schoolgebouwen verouderd en is het binnenklimaat vaak slecht.
De IBO-werkgroep stelt verschillende ‘beleidspakketten’ voor. De eerste twee pakketten zijn voorwaardelijk om de verdergaande stelselwijzigingen te ondernemen.
• Pakket 1, ‘Basis op orde’: optimalisatie van het huidige stelsel met zes concrete maatregelen;
• Pakket 2, ‘Aanpak verouderde voorraad’: een tijdelijke financiële impuls om het vervangingstempo te verhogen. Over een periode van vier jaar kan voor circa €2,9 miljard een totaal van circa 7% van het gebouwenbestand worden vervangen of gerenoveerd;
• Pakket 3, ‘Budgetten stroomlijnen’: het oormerken van budgetten en eenduidig beleggen van verantwoordelijkheden;
• Pakket 4, ‘Centrale bouwcatalogus’: verstevigen van kwaliteitsborging en versnellen van de bouw door een catalogus op gebouwen en bouwprocessen.

De werkgroep adviseert het volgende kabinet het beleidspakket ‘Basis op orde’ uit te voeren. Ook het aanpakken van de verouderde voorraad is volgens de werkgroep noodzakelijk voordat mogelijk wordt besloten tot geoormerkt samenvoegen van budgetten of overgaan op een centrale bouwcatalogus.
De werkgroep stelt voor dat gemeenten geoormerkte budgetten krijgen voor onderwijshuisvesting en het onderhoud hiervan. Op basis van een IHP en een levenscyclus van 40 jaar wordt per gemeente besloten of er (gedeeltelijk) doorgedecentraliseerd wordt. Schoolbesturen krijgen onder voorwaarden het recht op doordecentralisatie en een procedure om in appèl te gaan.
De werkgroep ziet als grootste knelpunt het ontbreken van een total-cost-of-ownership-benadering. Hiervoor zijn verdergaande wijzigingen van het onderwijshuisvestingsbeleid in het funderend onderwijs nodig. “De kern is dat de verantwoordelijkheden over en weer klip en klaar zijn, dat de bekostiging geoormerkt wordt en dat er meerjarige afspraken worden gemaakt tussen schoolbesturen en gemeenten.” De werkgroep adviseert dat gemeenten en schoolbesturen daarbij een vorm moeten kunnen kiezen die past bij de lokale situatie.

Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!