Bedreigde dorpsscholen uit het hele land gaan zich verenigen om te kunnen blijven bestaan. Deze scholen, die vaak minder dan 100 leerlingen hebben, moeten onder één gezamenlijk bestuur gaan vallen. Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker staat zo’n constructie toe.
Actiegroepen die strijden voor het behoud van de laatste school in hun dorp richten de komende weken een vereniging op: de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen. Het is de bedoeling dat kleine scholen in ver uit elkaar gelegen plaatsen zoals Gaastmeer (Friesland), Oost-Knollendam (Noord-Holland), Kats (Zeeland) en Weebosch (Noord-Brabant) zo een overkoepelend bestuur krijgen.
De vereniging is de eerste stap van het reddingsplan voor laatste dorpsscholen, zegt initiatiefnemer Jan Schuurman Hess uit Kats. De volgende stap is om overeenstemming te bereiken met de besturen waaronder de bedreigde scholen vallen.
Om het behapbaar te houden wil Schuurman Hess niet dat zich meer dan zeven scholen bij de vereniging aansluiten. Melden zich meer scholen, dan komt er een tweede vereniging. Elke school die zich aansluit blijft recht houden op de kleinescholentoeslag, een extra vergoeding voor scholen met minder dan 145 leerlingen.
Een van de voordelen van de samenwerking is dat de scholen, die verschillende denominaties hebben, samen voldoende leerlingen zullen hebben om boven de gemeentelijke opheffingsnorm uit te komen. Die norm verschilt per gemeente en ligt tussen 23 en 200 leerlingen.
In 2014 sloten 101 basisscholen in Nederland de deuren. Dat waren vooral kleine scholen. Bestaande besturen willen van de kleine scholen af omdat de kosten per leerling er relatief hoog zijn. Met het oog op de verwachte bevolkingskrimp kiezen veel besturen voor schaalvergroting.
Volgens Schuurman Hess gaat de sluiting van de laatste school ten koste van de leefbaarheid in een dorp. Het is bovendien onnodig, zegt hij, want een kleine school hoeft niet veel duurder te zijn.
Staatssecretaris van Onderwijs Sander Dekker liet onlangs in een brief aan de Tweede Kamer weten maatregelen te nemen om het initiatief van de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen ruimte te bieden.
Dekker wil duidelijker vastleggen dat de medezeggenschapsraad van een school bij een dreigende sluiting alternatieve oplossingen kan aandragen, zoals een overname door een ander bestuur. En hij zal de wet aanpassen, zodat het mogelijk wordt scholen van verschillende gezindten onder één bestuur te brengen. Na de zomer laat Dekker weten of er geld beschikbaar is om het initiatief uit te werken.
Sonja Hofstee van de Stichting Behoud Kleine Scholen, die niet bij de plannen betrokken is, juicht het initiatief van Schuurman Hess toe. ‘Nu willen andere besturen in de regio een schooltje vaak niet overnemen, omdat ze de ander dan in het vaarwater zitten. Met de Verenigde Zelfstandige Dorpsscholen is er een echt alternatief.’
Wel ziet Hofstee haken en ogen. Ze vreest dat besturen niet gauw bereid zijn de dorpsscholen aan de Vereniging Zelfstandige Dorpsscholen over te dragen. ‘Daarmee verliezen ze tientallen leerlingen, voor wie ze geen geld meer krijgen. En alles draait om geld.’
Jan Schuurman Hess erkent dat besturen kunnen gaan dwarsliggen, maar ziet het vooralsnog positief in. ‘Hoe gaat zo’n bestuur uitleggen dat ze de school sluiten terwijl er een alternatief is?’
bron: Volkskrant.nl