Nieuws en wetenswaardigheden

rondom financiën in het onderwijs

Fiscale zaken

Btw op digitaal leermateriaal gaat naar 9%

Het btw-tarief van 9 procent gaat zeer waarschijnlijk per 1 januari 2020 ook gelden voor digitale leermiddelen. Over digitaal lesmateriaal wordt nu nog 21% btw geheven.

De verlaging blijkt uit het Belastingplan 2020 dat op Prinsjesdag werd gepresenteerd. Het Belastingplan wordt op 17 december besproken in de Eerste Kamer.

De sectorraden zijn blij met de geplande btw-verlaging. Zij maken zich hiervoor al jaren hard. Een lager btw-tarief maakt het mogelijk voor scholen om een keuze te maken op basis van onderwijskundige overwegingen, in plaats van op financiële gronden.

 

Btw op digitaal leermateriaal gaat naar 9%

Btw op digitaal leermateriaal gaat naar 9%

Het btw-tarief van 9 procent gaat zeer waarschijnlijk per 1 januari 2020 ook gelden voor digitale leermiddelen. Over digitaal lesmateriaal wordt nu nog 21% btw geheven.

De verlaging blijkt uit het Belastingplan 2020 dat op Prinsjesdag werd gepresenteerd. Het Belastingplan wordt op 17 december besproken in de Eerste Kamer.

De sectorraden zijn blij met de geplande btw-verlaging. Zij maken zich hiervoor al jaren hard. Een lager btw-tarief maakt het mogelijk voor scholen om een keuze te maken op basis van onderwijskundige overwegingen, in plaats van op financiële gronden.

 

 

Hof van Justitie EU: toezichthouder is niet per definitie btw-ondernemer

Een toezichthouder van een Nederlandse stichting verricht niet zelfstandig economische activiteiten en kwalificeert daarom niet als ondernemer voor de btw. Dat oordeelde het Europese Hof van Justitie op 13 juni 2019. Het Hof deed uitspraak in de zaak IO (nr. C-420/18). Deze zaak ging over de btw-positie van een toezichthouder.

Deze uitspraak heeft mogelijk gevolgen voor toezichthouders die een vergoeding ontvangen voor hun toezichthouderschap. Op dit moment beschouwt de Belastingdienst het vervullen van één functie als toezichthouder namelijk, op grond van een eerdere aanwijzing van de Europese Commissie, reeds als een economische activiteit. Dat leidt tot ondernemerschap voor de btw van de betreffende toezichthouder.

Deze uitspraak van het Europese Hof van Justitie heeft in beginsel tot gevolg dat de Belastingdienst haar standpunt zal moeten wijzigingen. Het is echter de vraag of dit (op korte termijn) gaat gebeuren.

Naar onze mening kan, met een beroep op dit arrest, het standpunt worden ingenomen dat er geen sprake is van ondernemerschap voor de btw wanneer een toezichthouder, los van het toezichthouderschap, geen andere activiteiten verricht die binnen de sfeer van de btw vallen (bijvoorbeeld via een eenmanszaak).

Overigens kan de toezichthouder in een dergelijke situatie veelal een beroep doen op de kleine ondernemersregeling (KOR).

Hof van Justitie EU: toezichthouder is niet per definitie btw-ondernemer

Hof van Justitie EU: toezichthouder is niet per definitie btw-ondernemer

Een toezichthouder van een Nederlandse stichting verricht niet zelfstandig economische activiteiten en kwalificeert daarom niet als ondernemer voor de btw. Dat oordeelde het Europese Hof van Justitie op 13 juni 2019. Het Hof deed uitspraak in de zaak IO (nr. C-420/18). Deze zaak ging over de btw-positie van een toezichthouder.

Deze uitspraak heeft mogelijk gevolgen voor toezichthouders die een vergoeding ontvangen voor hun toezichthouderschap. Op dit moment beschouwt de Belastingdienst het vervullen van één functie als toezichthouder namelijk, op grond van een eerdere aanwijzing van de Europese Commissie, reeds als een economische activiteit. Dat leidt tot ondernemerschap voor de btw van de betreffende toezichthouder.

Deze uitspraak van het Europese Hof van Justitie heeft in beginsel tot gevolg dat de Belastingdienst haar standpunt zal moeten wijzigingen. Het is echter de vraag of dit (op korte termijn) gaat gebeuren.

Naar onze mening kan, met een beroep op dit arrest, het standpunt worden ingenomen dat er geen sprake is van ondernemerschap voor de btw wanneer een toezichthouder, los van het toezichthouderschap, geen andere activiteiten verricht die binnen de sfeer van de btw vallen (bijvoorbeeld via een eenmanszaak).

Overigens kan de toezichthouder in een dergelijke situatie veelal een beroep doen op de kleine ondernemersregeling (KOR).

Zonnepanelen aangeschaft? Dien op tijd teruggaafverzoek btw in!

Sinds 1 januari 2019 moet een belastingplichtige die aanspraak wil maken op teruggaaf van omzetbelasting, binnen zes maanden na afloop van het jaar waarin het recht op teruggaaf is ontstaan een verzoek indienen bij de inspecteur om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte. Tot die datum gold een dergelijke tijdsdrempel niet voor het aanvragen van een aangiftebiljet waarbij de aangifte leidde tot een teruggave van omzetbelasting.

In de praktijk zien wij dat mensen vaak lang wachten met het terugvragen van btw. Mogelijk heeft de leverancier of aannemer (bij nieuwbouw) hen niet op de deadline voor indiening van het teruggaveverzoek gewezen. De beperking van de teruggavetermijn betekent dat, wanneer er in 2019 is geïnvesteerd, vóór 1 juli 2020 een verzoek tot registratie voor de btw bij de Belastingdienst moet zijn gedaan.

Is het recht op teruggaaf van btw ontstaan in een kalenderjaar vóór 2019, dan geldt er overgangsrecht. Er is dan, ongeacht het jaar waarin de zonnepanelen zijn aangeschaft, nog tot 1 juli 2019 de mogelijkheid om de btw terug te vragen.

Omzetgerelateerde vrijstelling van btw per 2020

De huidige kleineondernemersregeling (KOR) voor de btw verandert per 1 januari 2020. Wie zich voor 20 november 2019 aanmeldt bij de Belastingdienst, kan vanaf 1 januari 2020 de nieuwe omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van omzetbelasting (OVOB) toepassen.

Deze regeling, bedoeld voor ondernemers, kan ook van toepassing zijn voor scholen. Sander Gardebroek, belastingadviseur bij Horlings, legt uit: “Ook al realiseren ze het zich niet altijd, veel onderwijsorganisaties kwalificeren wel degelijk (deels) als aangifteplichtige ondernemer voor de btw. Van ondernemerschap voor de btw is sprake wanneer er prestaties worden verricht tegen vergoeding. Wanneer een school bijvoorbeeld een conciërge, secretaresse of administrateur detacheert, wordt dat met btw belast.”

Wanneer een school zonnepanelen op het dak plaatst en de opgewekte energie teruglevert aan de energieleverancier, zijn ook die opbrengsten met btw belast. Hetzelfde kan gelden voor de verhuur van kluisjes. Onderwijsinstellingen die dergelijke inkomsten genereren, worden vanuit de btw-wetgeving als aangifteplichtige ondernemer voor de btw aangemerkt. Dit houdt in dat ze een btw-administratie zullen moeten voeren en aangiften btw zullen moeten doen. Onderwijsinstellingen die als aangifteplichtige ondernemer kwalificeren hebben overigens ook (deels) recht op vooraftrek van aan hen in rekening gebrachte btw.

Ondernemers die zich voor de omzetgerelateerde vrijstellingsregeling hebben aangemeld en vanaf 2020 met hun btw-belastbare omzet onder de grens van € 20.000 blijven, zijn dan geen btw (meer) verschuldigd en hoeven geen btw-aangifte te doen.
Wilt u beroep doen op deze vrijstelling, dan moet u rekening houden met de volgende aspecten:

  • U mag geen btw meer in rekening brengen aan derden.
  • De aan u in rekening gebrachte btw door andere ondernemers kan niet meer (deels) worden teruggevraagd.
  • Kiest u voor de OVOB, dan heeft u geen recht (meer) op aftrek van voorbelasting.
    ● De aangifteplicht voor de btw vervalt.
  • De OVOB geldt +voor minstens drie jaar. Denkt u daarom tevoren goed na over de investeringen die zijn gepland voor de aankomende jaren.
  • De btw die is teruggevraagd voorafgaand aan het jaar waarin u kiest voor de OVOB (bijvoorbeeld de btw op de aankoop en installatie van zonnepanelen), wordt mogelijk herzien. Dat gebeurt niet wanneer het bedrag van de herziening lager is dan € 500 op jaarbasis.

Ter verduidelijking van het bovenstaande volgen hieronder een voorbeeld van de huidige situatie en een voorbeeld van de situatie vanaf 2020.

Voorbeeld 1: De kleineondernemersregeling (KOR)
De heer Jansen laat in mei 2019 50 zonnepanelen op zijn woonhuis leggen voor een bedrag van € 14.500 (excl. € 3.045 btw). Hij registreert zich bij de Belastingdienst als ondernemer (zonnepanelen) voor de btw, krijgt ontheffing van administratieve verplichtingen en krijgt alleen over het tijdvak waarin de zonnepanelen zijn aangeschaft een btw aangiftebiljet uitgereikt. In deze aangifte vermeldt hij het forfait dat in mindering komt op de terug te vragen btw op de aanschaf van de zonnepanelen. De heer Jansen hoeft verder niets meer te doen.

Voorbeeld 2: de OVOB
Mevrouw de Boer laat in mei 2020 voor een bedrag van € 14.500 (excl. € 3.045 btw) zonnepanelen op haar woonhuis leggen. Zij wil de btw op de aankoop terug ontvangen en registreert zich als ondernemer voor de btw. Ze kan de btw op de aankoop terugvragen en draagt btw af over de energielevering op basis van het forfait. Wanneer ze vervolgens in 2021 kiest voor de OVOB, moet ze in de jaren 2021 tot en met 2024 ieder jaar een bedrag van 1/5 x € 3.045,- = € 609 terugbetalen aan de Belastingdienst.

U kunt zich vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor de omzetgerelateerde vrijstellingsregeling. Indien u nog vragen heeft over de OVOB, kunt u contact opnemen met Sander Gardebroek, sgardebroek@horlings.nl.

 

Heeft u zonnepanelen aangeschaft? Dien dan op tijd uw teruggaafverzoek btw in!

Heeft u zonnepanelen aangeschaft? Dien dan op tijd uw teruggaafverzoek btw in!

Sinds 1 januari 2019 moet een belastingplichtige die aanspraak wil maken op teruggaaf van omzetbelasting, binnen zes maanden na afloop van het jaar waarin het recht op teruggaaf is ontstaan een verzoek indienen bij de inspecteur om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte. Tot die datum gold een dergelijke tijdsdrempel niet voor het aanvragen van een aangiftebiljet waarbij de aangifte leidde tot een teruggave van omzetbelasting.

In de praktijk zien wij dat mensen vaak lang wachten met het terugvragen van btw. Mogelijk heeft de leverancier of aannemer (bij nieuwbouw) hen niet op de deadline voor indiening van het teruggaveverzoek gewezen. De beperking van de teruggavetermijn betekent dat, wanneer er in 2019 is geïnvesteerd, vóór 1 juli 2020 een verzoek tot registratie voor de btw bij de Belastingdienst moet zijn gedaan.

Is het recht op teruggaaf van btw ontstaan in een kalenderjaar vóór 2019, dan geldt er overgangsrecht. Er is dan, ongeacht het jaar waarin de zonnepanelen zijn aangeschaft, nog tot 1 juli 2019 de mogelijkheid om de btw terug te vragen.

Omzetgerelateerde vrijstelling van btw per 2020

Omzetgerelateerde vrijstelling van btw per 2020

De huidige kleineondernemersregeling (KOR) voor de btw verandert per 1 januari 2020. Wie zich voor 20 november 2019 aanmeldt bij de Belastingdienst, kan vanaf 1 januari 2020 de nieuwe omzetgerelateerde vrijstelling voor ondernemers van omzetbelasting (OVOB) toepassen.

Deze regeling, bedoeld voor ondernemers, kan ook van toepassing zijn voor scholen. Sander Gardebroek, belastingadviseur bij Horlings, legt uit: “Ook al realiseren ze het zich niet altijd, veel onderwijsorganisaties kwalificeren wel degelijk (deels) als aangifteplichtige ondernemer voor de btw. Van ondernemerschap voor de btw is sprake wanneer er prestaties worden verricht tegen vergoeding. Wanneer een school bijvoorbeeld een conciërge, secretaresse of administrateur detacheert, wordt dat met btw belast.”

Wanneer een school zonnepanelen op het dak plaatst en de opgewekte energie teruglevert aan de energieleverancier, zijn ook die opbrengsten met btw belast. Hetzelfde kan gelden voor de verhuur van kluisjes. Onderwijsinstellingen die dergelijke inkomsten genereren, worden vanuit de btw-wetgeving als aangifteplichtige ondernemer voor de btw aangemerkt. Dit houdt in dat ze een btw-administratie zullen moeten voeren en aangiften btw zullen moeten doen. Onderwijsinstellingen die als aangifteplichtige ondernemer kwalificeren hebben overigens ook (deels) recht op vooraftrek van aan hen in rekening gebrachte btw.

Ondernemers die zich voor de omzetgerelateerde vrijstellingsregeling hebben aangemeld en vanaf 2020 met hun btw-belastbare omzet onder de grens van € 20.000 blijven, zijn dan geen btw (meer) verschuldigd en hoeven geen btw-aangifte te doen.
Wilt u beroep doen op deze vrijstelling, dan moet u rekening houden met de volgende aspecten:

  • U mag geen btw meer in rekening brengen aan derden.
  • De aan u in rekening gebrachte btw door andere ondernemers kan niet meer (deels) worden teruggevraagd.
  • Kiest u voor de OVOB, dan heeft u geen recht (meer) op aftrek van voorbelasting.
  • De aangifteplicht voor de btw vervalt.
  • De OVOB geldt voor minstens drie jaar. Denkt u daarom tevoren goed na over de investeringen die zijn gepland voor de aankomende jaren.
  • De btw die is teruggevraagd voorafgaand aan het jaar waarin u kiest voor de OVOB (bijvoorbeeld de btw op de aankoop en installatie van zonnepanelen), wordt mogelijk herzien. Dat gebeurt niet wanneer het bedrag van de herziening lager is dan € 500 op jaarbasis.

Ter verduidelijking van het bovenstaande volgen hieronder een voorbeeld van de huidige situatie en een voorbeeld van de situatie vanaf 2020.

Voorbeeld 1: De kleineondernemersregeling (KOR)
De heer Jansen laat in mei 2019 50 zonnepanelen op zijn woonhuis leggen voor een bedrag van € 14.500 (excl. € 3.045 btw). Hij registreert zich bij de Belastingdienst als ondernemer (zonnepanelen) voor de btw, krijgt ontheffing van administratieve verplichtingen en krijgt alleen over het tijdvak waarin de zonnepanelen zijn aangeschaft een btw aangiftebiljet uitgereikt. In deze aangifte vermeldt hij het forfait dat in mindering komt op de terug te vragen btw op de aanschaf van de zonnepanelen. De heer Jansen hoeft verder niets meer te doen.

Voorbeeld 2: de OVOB
Mevrouw de Boer laat in mei 2020 voor een bedrag van € 14.500 (excl. € 3.045 btw) zonnepanelen op haar woonhuis leggen. Zij wil de btw op de aankoop terug ontvangen en registreert zich als ondernemer voor de btw. Ze kan de btw op de aankoop terugvragen en draagt btw af over de energielevering op basis van het forfait. Wanneer ze vervolgens in 2021 kiest voor de OVOB, moet ze in de jaren 2021 tot en met 2024 ieder jaar een bedrag van 1/5 x € 3.045,- = € 609 terugbetalen aan de Belastingdienst.

U kunt zich vanaf 1 juni 2019 aanmelden voor de omzetgerelateerde vrijstellingsregeling. Indien u nog vragen heeft over de OVOB, kunt u contact opnemen met Sander Gardebroek, sgardebroek@horlings.nl.

 

Openbaar onderwijs mag gaan schatkistbankieren

Openbaar onderwijs mag gaan schatkistbankieren

Het openbaar onderwijs kan binnenkort gaan ‘schatkistbankieren’. De gemeentegarantie voor een rekening-courantkrediet voor het openbaar onderwijs wordt afgeschaft. Staatssecretaris Sander Dekker van OCW heeft hierover een brief naar de Tweede Kamer gestuurd. In verlengde hiervan gaat hij in op de gemeentegarantie voor het openbaar onderwijs voor een rekening-courantkrediet. Lees meer…

Horlings Onderwijs Accountants

Bezoekadres
Kon. Wilhelminaplein 30
1062 KR Amsterdam

Contact:
Charles Rabe
Partner
E: crabe@horlings.nl
T: +31 (0)20 5700 200
W: Horlings-onderwijsaccountants.nl

Uw gegevens aanpassen?

Wij gaan uiteraard zorgvuldig en transparant met uw gegevens om. Zo kunt u hier op ieder moment de door u opgegeven gegevens inzien, muteren en aanvullen. Dat gaat veilig via uw geverifieerd emailadres.

CONTACT

BEZOEKADRES

Koningin Wilhelminaplein 30

1062 KR Amsterdam