OCW benoemt maatschappelijke thema’s voor bestuursverslag

OCW benoemt maatschappelijke thema’s voor bestuursverslag

Het ministerie van OCW heeft bekendgemaakt over welke maatschappelijke thema’s schoolbesturen in hun bestuursverslag over 2019 en 2020 moeten rapporteren. De besturen moeten rapporteren welke middelen zij hebben ingezet, en welke doelen zij hebben behaald, op het terrein van strategisch personeelsbeleid, passend onderwijs en de allocatie van middelen naar schoolniveau.

Het PO moet dit daarnaast rapporteren op het gebied van werkdruk en onderwijsachterstanden. De verantwoording van de werkdrukmiddelen is door het ministeri nader toegelicht in een aparte brief (kenmerk 1320432 d.d. 6 maart 2018).

Het VO moet bovendien rapporteren voor vmbo-techniek, en toetsing en examinering.

De minister van OCW kan jaarlijks thema’s aanwijzen, waarover het bevoegd gezag in het bestuursverslag rapporteert met betrekking tot de wijze waarop middelen zijn ingezet en de resultaten die daarmee zijn behaald.
Deze maatschappelijke thema’s worden echter vaak vergeten door de kleinere instellingen.
De PO-Raad heeft een format voor het bestuursverslag gelanceerd. Dit is hier te downloaden voor haar leden.

 

WNRA: soms is een nieuw contract nodig

WNRA: soms is een nieuw contract nodig

De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (WNRA) treedt per 1 januari 2020 in werking. Sommige werkgevers in het openbaar onderwijs vragen zich af of het nodig is hun werknemers een schriftelijke arbeidsovereenkomst te laten ondertekenen.

Een gevolg van de WNRA is dat vanaf 1 januari 2020 de eenzijdige aanstelling van werknemers in het openbaar onderwijs van rechtswege verandert in een tweezijdige arbeidsovereenkomst. Aan deze overgang van aanstelling naar arbeidsovereenkomst hoeven werkgevers en werknemers in beginsel dus niets te doen.

Maar er kunnen redenen zijn om werkgevers toch een schriftelijke arbeidsovereenkomst te laten tekenen. Bijvoorbeeld wanneer er (nog) een zogenaamd incorporatiebeding moet worden afgesproken. Daarmee wordt de CAO van toepassing verklaard op de arbeidsovereenkomst.

Het is verstandig om na te gaan of er een incorporatiebeding is opgenomen in huidige akte van aanstelling en te kijken naar de precieze bewoordingen hiervan. Als er geen incorporatiebeding voor de CAO is opgenomen of de formulering onduidelijk is, dan is het raadzaam om dit alsnog met elkaar overeen te komen. In dat geval is het verstandig om een zogenaamd ‘dynamisch’ incorporatiebeding af te spreken. Daarmee wordt vastgelegd dat niet alleen de huidige CAO van toepassing is, maar ook de cao’s die hier nog op zullen volgen.

 

Hulp bij realiseren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking

Hulp bij realiseren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking

Schoolbesturen kunnen praktische ondersteuning krijgen bij het realiseren van nieuwe banen voor mensen met een arbeidsbeperking. Het project Baanbrekers van de PO-Raad en VO-raad neemt praktische knelpunten weg die scholen tegenkomen bij het creëren van extra werkplekken.

Schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs onderschrijven doorgaans het doel van de banenafspraak, maar hebben door verschillende knelpunten moeite met het creëren van banen voor deze doelgroep.

De Baanbrekers onderzoeken samen met het betreffende schoolbestuur wat de ideeën en mogelijkheden zijn. Het actieplan dat hieruit voortkomt, is de leidraad waarmee de organisatie samen met de Baanbrekers aan de slag gaat. De Baanbrekers adviseren ook bij de aansturing en begeleiding van de nieuwe collega.

Het ministerie van SZW monitort elk jaar of de sector goed op weg is om het afgesproken aantal gecreëerde banen (25.000 voor de sector overheid) te halen. De afgelopen jaren is het quotumpercentage niet gehaald. Daarop werd een quotumheffing van € 5.000 per niet ingevulde baan van 25,5 uur ingesteld. Dit is voorlopig van de baan: de Eerste Kamer heeft ingestemd met het uitstellen van de heffing tot en met 2021, maar de doelstelling voor 2023 blijft staan. Dat betekent dat scholen en andere werkgevers die vallen onder de sector overheid in een kortere periode dezelfde hoeveelheid banen moet creëren.

U vindt hier meer informatie over het project Baanbrekers.

 

‘AVG snel en goed uitgevoerd’

‘AVG snel en goed uitgevoerd’

Scholen en hun besturen krijgen een compliment van OCW: het ministerie vindt dat zij de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) snel en goed hebben uitgevoerd.

Het ministerie is ook positief over de Aanpak IBP (informatiebeveiliging en privacy) van de PO-Raad, VO-raad en Kennisnet. Zij noemt dit ‘een handig instrument’ voor het inrichten van IBP op school. Dat geldt bijvoorbeeld voor het regelen van de rechten van betrokkenen, waarvoor scholen verantwoordelijk zijn. Versie 2.0 van de ‘Handreiking rechten betrokkenen’ beschrijft deze rechten − en wat scholen precies moeten regelen.

Het kan hierbij gaan om leerlingen, ouders of medewerkers van de school. Door de AVG hebben zij meer rechten gekregen. Dit gaat bijvoorbeeld om het recht op inzage van de persoonsgegevens of om correctie van gegevens. Ook gaat het over het recht om te worden vergeten of om gegevens mee te nemen naar een andere school. Met deze nieuwe rechten van betrokkenen is het gemakkelijker om controle te houden over persoonsgegevens.

De nieuwe versie van de handreiking gaat ook in op de informatieplicht van scholen. Een school moet ouders van leerlingen (tot 18 jaar) op de hoogte houden van vorderingen en schoolprestaties. Het verschil tussen het recht op inzage en deze informatieplicht wordt tevens uitgelegd.

In bepaalde situaties moeten scholen zelf beoordelen wat de beste reactie is. Zo lijkt het niet nodig om aan ouders melden dat een leerling staat te zoenen in het fietsenhok. Maar als die leerling in het verleden contacten heeft gehad met loverboys, is dat misschien wel verstandig, aldus het ministerie. De handreiking gaat in op de vraag in welke gevallen de school beter geen gegevens kan delen met ouders of derden, of een verzoek om inzage kan weigeren.

 

Reserves afbouwen: de wil is er

Reserves afbouwen: de wil is er

Het ministerie van OCW ziet met instemming dat alle onderwijssectoren hun reserves willen afbouwen. Tegelijkertijd is in iedere sector het gerealiseerde resultaat van 2018 hoger dan geraamd. ‘Dat roept de vraag op of het begrote negatieve resultaat de komende jaren wel gerealiseerd zal worden’, schrijven de ministers Van Engelshoven en Slob aan de Tweede Kamer.

In het primair onderwijs is de rentabiliteit in 2018 bijna nihil. Het gerealiseerde resultaat is € 6 miljoen; een fractie van dat van 2017 (€ 106 miljoen). De inkomsten en uitgaven van de schoolbesturen in het po op macroniveau waren in 2018 dus vrijwel met elkaar in evenwicht. Dit ondanks de extra investeringen in het po; € 270 miljoen voor de verbetering van de salarissen en € 99 miljoen voor de aanpak van de werkdruk. Van dit geld is bijna niets op de plank blijven liggen.

In het voortgezet onderwijs was de rentabiliteit in 2018 hoger dan het voorgaande jaar (1,1% in 2018, 0,7 % in 2018). Het gerealiseerde resultaat was € 94 miljoen; € 64 miljoen hoger dan geraamd. Volgens de raming zal de gemiddelde rentabiliteit in het vo de komende jaren dalen. Met gelijkblijvende solvabiliteitscijfers en dalende liquiditeitscijfers betekent dit dat het vo van plan is in te teren op de reserves. Het geboekte resultaat in het vo is in 2018 fors hoger dan verwacht. De besturen waren dus van plan meer geld uit te geven maar hielden toch meer over dan verwacht. ‘Dit komt voornamelijk door een te negatieve inschatting van inkomsten’, aldus de ministers.

De komende jaren zal in zowel het po als het vo negatiever worden begroot. Gezien het huidige verschil tussen verwacht en behaald resultaat is volgens het ministerie onduidelijk of negatief begroten ook echt zal leiden tot minder reserves.

Onderwijsbestuurders lieten OCW weten dat het niet eenvoudig is om bewust negatief te begroten. Leden van de raad van toezicht, schoolleiders en medezeggenschapsraden houden niet van rode cijfers. Het ministerie adviseert bestuurders om:

  • met de accountant een risicoanalyse en bijbehorend benodigd vermogen te formuleren.
  • de gemiddelde nacalculatie te berekenen, gebaseerd op wat de afgelopen jaren van de overheid is ontvangen. Daar kan men dan vooraf rekening mee houden.
  • een duidelijke link te leggen met vrij besteedbaar geld.

Verder vinden de ministers dat de raden van toezicht niet moeten dwarsliggen als besturen met grote reserves een negatief resultaat willen realiseren om zo aanspraak te maken op hun reserves.

 

 

‘Zorg dat het privacybeleid echt gaat leven’

‘Zorg dat het privacybeleid echt gaat leven’

Scholen kunnen hun privacybeleid een stevige basis geven door personeelsleden hier daadwerkelijk bij te betrekken. Samen met het management kunnen zij bekijken waar de risico’s zitten en welke vragen er leven. Het management moet niet alleen controleren of scholen zich aan de richtlijnen houden, maar personeel hiertoe ook inspireren. Verder moeten scholen zich realiseren dat informatiebeveiliging en privacy (IBP) nooit klaar zijn. Ze moeten zichzelf steeds blijven afvragen of zij de juiste dingen doen.

Deze tips komen van Mieke Engelbertink, informatiemanager bij Dynamiek Scholengroep. Zij waarschuwde in een vraaggesprek voor de website van de PO-Raad voor bepaalde commerciële partijen, die pretenderen met allerlei portals en systemen IBP te kunnen regelen. ‘IBP regel je niet met een systeem, dat moet tussen de oren van mensen komen’, aldus Engelbertink. Zij wijst scholen op de gratis Aanpak IBP van Kennisnet, de PO-Raad en VO-raad: ‘Meer is niet nodig.’

Scholen zijn wettelijk verplicht de IBP te regelen. De aanpak IBP helpt hen op weg, zodat zij de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) goed kunnen naleven.