Een nieuw wetsvoorstel moet ervoor zorgen dat de bekostiging van scholen voor (speciaal) basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs en samenwerkingsverbanden eenvoudiger wordt en beter voorspelbaar. Als beide Kamers instemmen met het wetsvoorstel Vereenvoudiging bekostiging primair onderwijs, gaat het voorstel op z’n vroegst in op 1 januari 2023.
Dit wetsvoorstel gaat zo veel mogelijk uit van één bedrag per school en één bedrag per leerling. Dat wordt op de volgende manier geregeld:
● er wordt niet meer gekeken naar de gemiddelde leeftijd van leraren;
● voor leerlingen in de onderbouw en bovenbouw geldt hetzelfde bedrag;
● de bekostiging voor personeel en materieel wordt samengevoegd tot één bedrag;
● de personele bekostiging gaat over van schooljaar naar kalenderjaar, waardoor de gehele bekostiging plaatsvindt per kalenderjaar. Hierdoor verschuift de teldatum van 1 oktober naar 1 februari van het voorgaande jaar;
● voor het speciaal basisonderwijs wordt de ondersteuningsbekostiging direct vanuit het Rijk betaald op basis van het aantal ingeschreven leerlingen, net als in het (voortgezet) speciaal onderwijs.

Door deze wijzigingen kunnen de bedragen voor een schoolbestuur hoger of lager uitvallen ten opzichte van de huidige berekening. Een overgangsregeling moet dit de eerste drie jaren ondervangen. Een ander gevolg is dat de vordering op het ministerie van OCW met betrekking tot het betalingsritme zal veranderen in een ‘eeuwigdurende vordering’, zoals dit ook is gebeurd bij de instellingen voor voortgezet onderwijs toen zij overgingen van een bekostiging per schooljaar naar kalenderjaar.

Voor de instelling betekent dit dat de vordering in feite pas tot afrekening komt als de instelling wordt opgeheven. Omdat de jaarrekening wordt opgesteld op basis van de continuïteitsveronderstelling, zal de vordering verdwijnen van de balans en in de toekomst alleen nog worden toegelicht onder de niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen. Als de vordering ‘verdwijnt’ van de balans, betekent dit ook dat het eigen vermogen na invoering van de nieuwe bekostigingssystematiek lager is. In de formule van het nieuwe grensbedrag voor het eigen vermogen die OCW hanteert, het normatief eigen vermogen, is hiermee geen rekening gehouden. Wij adviseren onderwijsinstellen wel rekening te houden met het effect hiervan bij de toelichting op het normatieve en bovenmatige eigen vermogen in het jaarverslag 2020.



Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!