Bedragen materiële bekostiging 2016 bekend

Bedragen materiële bekostiging 2016 bekend

De bekostigingsbedragen voor de programma’s van eisen (pve) voor de materiële instandhouding (Londo) zijn voor het kalenderjaar 2016 vastgesteld. De prijsbijstelling ten opzichte van 2015 bedraagt 0,2%. Door vrijval van een tweetal andere budgetten ten gunste van de materiële bekostiging wordt de materiële bekostiging nog eens opgehoogd met in totaal ruim € 30 miljoen.

De bedragen voor 2016 worden naast de prijsbijstelling nog extra verhoogd als gevolg van het vrijvallen van het grootste deel van het budget dat voor 2016 beschikbaar was voor de overgangsregeling in het kader van de overheveling van het buitenonderhoud (€ 23,3 miljoen). Voor het (speciaal) basisonderwijs komt het bedrag per vierkante meter (bruto vloeroppervlak) nu op € 15,61. Het bedrag van € 1,7 miljoen dat voor 2016 nog nodig is voor deze overgangsregeling, zal worden toegevoegd aan de materiële bekostiging van 2017. Daarnaast wordt per 2016 een bedrag van € 7,9 miljoen (ruim € 5 per leerling) toegevoegd aan de pve bedrijfsgezondheidszorg, aangezien de subsidie aan het Vf voor ondersteuning van schoolbesturen op het gebied van bedrijfsgezondheidzorg per 1 januari 2016 stopt en wordt toegevoegd aan de lumpsum.

Berekening prijscompensatie

In de WPO (artikel 113, lid 6) en de WEC (artikel 111, lid 6) is voorgeschreven dat de indexering van de vergoeding voor de materiële instandhouding (MI) van de scholen primair onderwijs dient te worden vastgesteld aan de hand van de ontwikkeling van de netto materiële overheidsconsumptie (imoc). Bij het bepalen van de hoogte van prijsbijstelling wordt jaarlijks de bestaande index aangepast op basis van:

  • de werkelijke prijsontwikkeling in T-1 (2014);
  • de geactualiseerde prijsontwikkeling in T (2015);
  • de verwachte prijsontwikkeling in T+1 (2016).

Voor een nadere onderbouwing van de aanpassing van 0,2%, zie onderstaande onderbouwing op basis van de macro economische verkenning 2016 en het centraal economisch plan van 2015. De (begrotings)modellen in de toolbox worden zeer binnenkort aangepast met deze nieuwe bekostigingsgegevens.Schema materiele bekostiging 2015

Bron: PO-Raad

Btw-vrijstelling samenwerkingsverbanden blijft

Btw-vrijstelling samenwerkingsverbanden blijft

Staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën bevestigt dat samenwerkingsverbanden passend onderwijs vrijgesteld blijven van btw.

Tijdens het algemeen overleg over passend onderwijs op 30 juni jongstleden werd al duidelijk dat de btw-vrijstelling voor samenwerkingsverbanden (swv’s) ook na 1 augustus 2016, wanneer de huidige btw-overgangsregeling voor swv’s afloopt, zou blijven bestaan. Staatssecretaris Sander Dekker van OCW deed hierover toezeggingen.

Zijn collega Wiebes van Financiën bevestigt dit in zijn uitwerking van fiscale moties en toezeggingen. De kern van het verhaal is dat swv’s op grond van de Wet op de omzetbelasting onder de sociaal-culturele vrijstelling worden gebracht.

‘Verder geldt voor het verzorgen van onderwijs (met inbegrip van de diensten en leveringen die daarmee nauw samenhangen) door scholen de btw-onderwijsvrijstelling. Deze vrijstelling geldt ook voor de prestaties van scholen aan samenwerkingsverbanden passend onderwijs voor zover deze prestaties zijn aan te merken als nauw met het verzorgen van onderwijs samenhangende prestaties’, aldus Wiebes in zijn uitwerking.

Onder bepaalde voorwaarden kan volgens de staatssecretaris van Financiën bijvoorbeeld het tijdelijk ter beschikking stellen van (niet-)onderwijzend personeel van een school aan een samenwerkingsverband passend onderwijs worden aangemerkt als nauw met het onderwijs samenhangende prestatie die van btw is vrijgesteld.

Bron: VOS/ABB

Regeling personele bekostiging 2014-2015 bekend

Regeling personele bekostiging 2014-2015 bekend

De regeling voor de aanpassing van de bedragen personele bekostiging primair onderwijs voor het schooljaar 2014–2015 is bekend. 

De enige wijziging betreft de aanpassing van de prijzen vanwege de toegekende kabinetsbijdrage in verband met de ontwikkeling van de werkgeverslasten in de markt van 0,44% op jaarbasis voor 2015.

De aanpassing van de gemiddelde personeelslast (GPL) zorgt voor de volgende bedragen voor 2014-2015:

  • Leraar: € 63.737,51 +1,322%
  • Schoolleiding: € 81.153,27 +0,361%

GPL voor het speciaal basisonderwijs (SBO):

  • Leraar € 61.673,47 +1,322%
  • Schoolleiding € 36.874,15 +1,050%
  • OOP € 81.141,97 +0,361%

Alle P&A-bedragen (personeel en arbeidsmarkt) zijn verhoogd met 2,603%. Daarnaast is het bedrag per leerling met € 49,27 verhoogd in verband met de verwerking van de afspraken over begeleiding van startende leraren en verminderen van het zittenblijven.

Het hierboven genoemde percentage van 0,44 was al bekend voor de zomer, maar zoals gebruikelijk wordt dit elk jaar in september vastgesteld in de regeling voor de bekostiging, met daarbij de daadwerkelijke doorrekening.

Laatste keer achteraf
Het is dit schooljaar voor het laatst dat de bijstelling op basis van de loon- en werkgeverslastenontwikkeling in de marktsector achteraf wordt vastgesteld en toegekend.

Uit de onderwijsbegroting voor 2016 blijkt dat de referentiesystematiek vanaf het huidige schooljaar 2015-2016 vooraf wordt bepaald en lopende het schooljaar wordt toegekend. Voor 2016 is dit al vastgesteld op 1,6%. Dit zal naar verwachting in november worden verwerkt in de bekostigingsregeling.

Wanneer er in mei of juni 2016 blijkt dat de ontwikkeling van de loonkosten en werkgeverslasten ten opzichte van de publieke sector (veel) lager of hoger is, dan is dat geluk respectievelijk pech voor het onderwijs. Er is bewust voor gekozen om eerder duidelijkheid over de bekostiging te kunnen geven door uit te gaan van de verwachte ontwikkeling van de loonkosten en werkgeverslasten in de marktsector.

Bron: VOS/ABB

DUO loopt jaren achter met verrekenen WW-kosten

DUO loopt jaren achter met verrekenen WW-kosten

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) heeft een forse achterstand opgebouwd bij het verrekenen van bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen. DUO verwacht dat de achterstand eind 2016 zal zijn ingelopen.

‘De werkloosheidsuitkeringen PO zijn momenteel verrekend tot en met de uitkeringen van 2011′, zo staat in een brief van DUO aan een bij VOS/ABB aangesloten schoolbestuur in het noorden van het land. Het gaat hierbij om uitkeringen waarover het Participatiefonds (Pf) heeft geoordeeld dat die niet voor rekening van het Pf komen.

‘Aangezien de uitkeringen vanaf 2012 nog niet zijn verrekend, zal DUO fasegewijs de uitkeringskosten verrekenen. Eind 2016 zullen de achterstanden met verrekenen zijn ingelopen.’ Dit betekent dat schoolbesturen er rekening mee moeten houden dat dit gevolgen kan hebben voor de hoogte van de rijksbekostiging, omdat de uitkeringskosten daarmee worden verrekend.

Bron: VOS/ABB

Verdeelsleutel op basis van leerlingenaantal geaccepteerd door belastingdienst

Verdeelsleutel op basis van leerlingenaantal geaccepteerd door belastingdienst

Op 18 juni jl. is er een arrest gewezen dat voor de praktijk relevant kan zijn omdat een verdeelsleutel van de kosten op basis van leerlingenaantal voor het eerst door de Belastingdienst lijkt te worden geaccepteerd.

Feiten en omstandigheden

Op 1 januari 2009 heeft een gemeente in Noord-Holland het bestuur van scholen voor het primair openbaar onderwijs, openbaar speciaal primair onderwijs en openbaar speciaal voortgezet onderwijs overgedragen aan een stichting. Deze stichting heeft op diezelfde datum personeel in dienst genomen. In oktober 2009 is de stichting met een andere stichting overeengekomen om een gezamenlijk bestuursbureau op te richten waarin de ondersteunende taken jegens de scholen wordt ondergebracht. Op basis van de overeenkomst worden de personeels- en overheadkosten van het gezamenlijk bestuursbureau door de ene stichting, de penvoerder, aan de andere stichting doorberekend op basis van het aantal leerlingen op de jaarlijkse teldatum van 1 oktober voorafgaand aan het betreffende kalenderjaar. Hierbij wordt een verhouding gehanteerd van 1 (leerlingen basisonderwijs):3 (leerlingen speciaal onderwijs). Op 1 november 2011 is een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend voor onbepaalde tijd, maar op basis van een vaststellingsovereenkomst zijn partijen overeengekomen om de samenwerking per 1 juni 2013 te beëindigen.
De inspecteur heeft over de periode van 2009 t/m 2011, 2012 en 1 januari tot en met 30 juni 2013 naheffingsaanslagen opgelegd. Naar de mening van de stichting ten onrechte, omdat zij meent dat voldaan is aan alle voorwaarden voor kosten voor gemene rekening. Na afwijzing van het bezwaar heeft de stichting beroep ingesteld bij Rechtbank Noord-Holland. De rechtbank heeft de Belastingdienst gelijk gegeven (geen kosten voor gemene rekening dus).

Uitspraak Gerechtshof

In hoger beroep betwist de inspecteur niet langer dat sprake is van een tevoren vaststaande verdeelsleutel. Wel betwist hij dat het risico van de kosten volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat. Naar het oordeel van het hof heeft de stichting aannemelijk gemaakt dat zij als penvoerder kosten heeft gemaakt ten behoeve van zichzelf en ten behoeve van de andere stichting. Hierbij acht het hof van belang dat vanaf het moment van de oprichting sprake is geweest van de verdeling van personeelskosten en dat ook de andere stichting voor deze kosten risico liep. Bij het beëindigingen van de samenwerkingsovereenkomst heeft dit risico zich geopenbaard, hetgeen ertoe heeft geleid dat de andere stichting aan de penvoerder een schadevergoeding diende te betalen voor het bij de penvoerder achtergebleven boventallig personeel en daarnaast een deel van dit personeel op detacheringsbasis diende over te nemen. Voorts neemt het hof in aanmerking dat de andere stichting van meet af aan betrokken is geweest bij de aansturing van het personeel alsmede bij rechtspositionele beslissingen omtrent de personeelsleden. Ook het risico voor de (zonder winstopslag) verdeelde huisvestingskosten heeft zich verwezenlijkt en de andere stichting heeft aan de penvoerder een vergoeding voor de huisvestingskosten moeten betalen. Het hof oordeelt daarom dat betalingen aan de penvoerder geen vergoedingen zijn voor aan de andere stichting verrichte prestaties en verklaart het hoger beroep gegrond.

Opmerking

Het is opvallend dat de inspecteur in hoger beroep is teruggekomen op zijn standpunt in eerste aanleg (dat door de rechtbank werd gevolgd) dat een verdeelsleutel op basis van het aantal leerlingen op een bepaalde datum geen van tevoren vaststaande verdeelsleutel is. Tot op heden werden verdeelsleutels op basis van patiënten- of leerlingenaantallen op een bepaalde datum door de Belastingdienst niet als een tevoren vaststaande verdeelsleutel erkend.

Uit de rechtspraak van de Hoge Raad inzake het leerstuk van kosten voor gemene rekening is niet (direct) af te leiden dat een verdeelsleutel alleen vast is als er vooraf een bepaald percentage overeengekomen is. Het is daarom te hopen dat het loslaten van die ‘percentage-eis’ bij het leerstuk van kosten voor gemene rekening geen eendagsvlieg is, maar landelijk beleid wordt. Het oordeel van het hof lijkt overigens om de hete brij heen te draaien. Door de inspecteur is in hoger beroep namelijk niet betwist dat het gaat om gezamenlijke kosten en dat ook de andere stichting risico droeg, maar uitsluitend betwist dat het risico de andere stichting volgens de overeengekomen verdeelsleutel aangaat. Het hof gaat hier echter helaas niet expliciet op in. Het zal ons daarom niet niet verbazen als de staatssecretaris nog cassatieberoep instelt.

Extra geld leraren goed gebruikt

Extra geld leraren goed gebruikt

Scholen hebben de 150 miljoen euro die ze vorig jaar hebben gekregen voor meer leraren goed gebruikt. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs is daarvan overtuigd, zei hij in de Tweede Kamer.

Hij reageerde daarmee op forse kritiek van de oppositie die stelt dat de belofte om met het geld drieduizend extra leraren aan te nemen, niet is gehaald. Vooral SP en CDA haalden uit en spraken van “een lege huls” en “een marketingpraatje”. Ze denken dat scholen het geld veelal aan andere zaken hebben uitgegeven.

Vrij besteedbaar budget
De bestemming valt niet goed aan te tonen, omdat het extra geld in het vrij besteedbare budget van de scholen terecht is gekomen. Dat was ook zo afgesproken, maar het irriteert de Kamer toch dat er onduidelijkheid bestaat over de besteding. Ook regeringspartij PvdA wil dat scholen beter aantonen of ze met dit soort middelen echt de afspraken nakomen die zijn gemaakt in de onderwijssector.

Dekker wees erop dat het om zeker achtduizend scholen gaat en het dus niet zo is dat elke school één leraar erbij krijgt. Het kan volgens hem ook zo zijn dat een parttime baan een voltijdse baan wordt of dat een leraar toch binnenboord kan worden gehouden als het aantal leerlingen terugloopt. Daarom vindt de staatssecretaris het juist goed dat scholen hun eigen keuze kunnen maken en hij vertrouwt erop dat zij verstandige beslissingen nemen.

Vanaf 2015 zullen veel oudere leraren stoppen met werken, scholen moeten dan sowieso nieuwe leraren aantrekken.

Bron: ANP