feb 5, 2016
BTW is voor ‘gewone’ ondernemers doorgaans geen probleem. Maar in de van BTW vrijgestelde sectoren, zoals de gezondheidszorg, kinderopvang en het onderwijs geldt de btw als een vervelende kostenpost. Nog vervelender wordt het als de Belastingdienst BTW naheft bij detachering van personeel of bij bepaalde samenwerkingsverbanden in het onderwijs. In de Tweede Kamer maakte onderwijsminister Bussemaker in november vorig jaar al melding van ongewenste discussie met betrekking tot de BTW afdracht bij samenwerkingscolleges. Maar naheffingen en discussies zijn waarschijnlijk niet meer nodig nu de Hoge Raad een opvallend arrest heeft gewezen (het VAVO-arrest), waarin hij duidelijk de kant kiest van het onderwijs (de vrijstelling).
De zaak draaide om twee onderwijsstichtingen X en Y die samen onder één naam opleidingen verzorgen in het kader van voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (VAVO-opleidingen). X en Y stellen lesruimten ter beschikking en hun docenten verzorgen de opleidingen. X verzorgt ook ondersteunende diensten zoals juridische diensten, marketing, PR, facilitaire en huisvestingsdiensten. Y verzorgt de ICT, personele diensten en de financiële administratie.
De Belastingdienst vindt dat Stichting X BTW verschuldigd is over het geld dat zij ontving voor de geleverde ondersteunende diensten en de inspecteur legt daarom naheffingsaanslagen op aan X. Maar de Hoge Raad oordeelt dat alle door X in het kader van het VAVO verrichte werkzaamheden behoren tot het geven van onderwijs, dat is vrijgesteld van BTW-heffing. De Hoge Raad gaat voegt hier, onder verwijzing naar de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU, nog aan toe dat X maar één ondeelbare onderwijsprestatie verricht, waarin de ondersteunende werkzaamheden als bijkomstige prestaties opgaan. De ondersteunende werkzaamheden zijn daarom ook niet belast met BTW.
Dit is opvallend omdat in eerdere jurisprudentie ondersteunende diensten meermalen waren aangemerkt als niet vrijgestelde diensten. Deze diensten werden namelijk niet aangemerkt als nauw met het onderwijs samenhangende diensten. De Hoge Raad beslist nu dat bijkomende prestaties opgaan in de hoofdprestatie en daarmee ook delen een daarvoor geldende vrijstelling. Daardoor hoeft niet langer met de Belastingdienst gediscussieerd te worden over de vraag of sprake is van interne prestaties of kosten voor gemene rekening, om BTW heffing te voorkomen in dergelijke situaties.
Belang voor de praktijk
Voor de toepassing van de onderwijsvrijstelling gaan ondersteunende werkzaamheden op in van het geven van onderwijs. Hiermee is de toepassing van de onderwijsvrijstelling verruimd en daar kunnen veel onderwijsinstellingen hun voordeel doen. Maar ook in andere vrijgestelde sectoren, zoals bijvoorbeeld de zorg, kan dezelfde redenering worden gebruikt om de bestaande vrijstellingen ruimer toe te passen. Hierdoor zal naar verwachting veel minder discussie met de Belastingdienst ontstaan en hoeven instellingen ook minder maatregelen te nemen om heffing van BTW te voorkomen.
feb 2, 2016
Afgelopen dinsdag debatteerde de Eerste Kamer over de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wdba). Tijdens het debat heeft staatssecretaris Wiebes aangegeven dat hij voornemens is om de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen en toezichthouders af te schaffen. Het is nog niet bekend per wanneer deze wijziging precies ingaat.
Wat lag hieraan ten grondslag?
Het wetsvoorstel Wdba zoals dat bij de Eerste Kamer voorligt, schaft de VAR af. Dit zou voor extra administratieve lasten voor commissarissen en toezichthouders zorgen. Commissarissen en toezichthouders die nu gebruik maken van een VAR zouden dan ‘verloond’ moeten worden; commissarissen en toezichthouders die nu vanuit een persoonlijke vennootschap werken, zouden dan individueel een verzoek moeten indienen bij hun belastinginspecteur om de doorbetaald loonregeling toe te passen.
De VTOI heeft samen met de andere toezichthoudersverenigingen NVTZ (zorg) en VTW (woningcorporaties), zorgen geuit over de consequenties van de Wdba voor toezichthouders en commissarissen. Ons standpunt is onder de aandacht gebracht bij het ministerie en Eerste Kamerfracties.
Wat gaat er nu veranderen?
De staatssecretaris heeft in het debat aangegeven dat hij nog eens goed naar de regelgeving gekeken heeft en dat zijn oplossing is om de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen en toezichthouders helemaal af te schaffen. Dit bespaart de onderwijsinstelling en u zelf als toezichthouder straks administratieve lasten. De precieze effecten worden nu in kaart gebracht.
Wanneer treedt dit in werking?
De Eerste Kamer stemt op 2 februari a.s. over de Wdba. Er is voldoende steun voor het wetsvoorstel om aangenomen te worden. De wet treedt dan op 1 mei 2016 in werking. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij een beleidsbesluit wil nemen ten aanzien van de fictieve dienstbetrekking. Hiermee kan de facto afschaffing van de fictieve dienstbetrekking relatief snel zijn beslag krijgen, vooruitlopend op een formele wetswijziging.
Het ministerie zal nu de toezegging van de staatssecretaris verder uit gaan werken. Zodra er meer bekend is, wordt u daar uiteraard in detail over geïnformeerd.
Bron: VTOI
dec 4, 2015
Een leraar gaat na een lang dienstverband de fout in: hij geeft een leerling vooraf de antwoorden van een eindtoets. De werkgever beëindigt het dienstverband. Maar krijgt hij nog een transitievergoeding mee?
Een leraar op een middelbare school bevoordeelt een leerlinge door haar de juiste antwoorden te verstrekken voor een eindtoets. Hij vraagt de leerlinge daar niets over te vertellen. Verder onderhoudt de leraar ook nog eens veelvuldig contact via de sociale media met de leerlinge, waarbij het gesprek vaak gaat over niet-schoolse activiteiten. Het leidt tot een klacht van de ouders. De rector van de school stelt een intern onderzoek in. Uit het onderzoek komt ook nog eens naar voren dat hij zich laatdunkend over een collega uitlaat. Op basis van de bevindingen wordt de leraar geschorst. De leraar zegt onder andere geen spijt te hebben van het doorspelen van de antwoorden van het examen. Daarop verzoekt de werkgever de arbeidsovereenkomst met de leraar te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen en een verstoorde arbeidsverhouding.
Arbeidsovereenkomst stopt
De kantonrechter is het met de werkgever eens dat het verstrekken van de juiste antwoorden ontoelaatbaar is. De betrouwbaarheid, geloofwaardigheid en de integriteit van de leraar is door deze actie volledig geschonden. Met name de belofte tussen leerlinge en leraar om er niets over te zeggen, maakt dit nog eens extra onaanvaardbaar in het licht van de afhankelijkheidsrelatie tussen leerling en leraar. De leraar is van mening dat hij met het verstrekken van de antwoorden de leerlinge alleen maar hielp, vooral omdat zij het vak het volgende jaar toch zou laten vallen.
De kantonrechter oordeelt echter dat de leraar zijn leerlinge had moeten aanmelden voor extra begeleiding en dit bij de mentor had moeten aankaarten. Het handelen van de leraar is voor de kantonrechter zodanig verwijtbaar dat van de werkgever niet meer gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst voort te laten duren.
Toch transitievergoeding
Ondanks dat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld, is de rechter van mening dat er toch een transitievergoeding (voorwaardelijk) mag worden toegekend. Het betreft een relatief kleine misstap na een heel lang dienstverband. Het is volgens de kantonrechter duidelijk dat de leraar teveel betrokkenheid toonde en daarmee in de fout ging.
Lees ook: Vier lessen uit de eerste WWZ-uitspraken
De vergoeding is pas opeisbaar als blijkt dat de leraar geen aanspraak maakt op een bovenwettelijke uitkering in de zin van de ‘Werkloosheidsregeling onderwijspersoneel voortgezet onderwijs’.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 23 november 2015
ECLI:NL:RBZWB:2015:7552
Bron: pwdegids.nl
okt 14, 2015
Basispoort, de toegangspoort voor veel digitaal lesmateriaal, heeft zijn overeenkomst met de schoolbesturen aangepast aan het ‘Convenant Digitale Onderwijsmiddelen en Privacy – Leermiddelen en Toetsen’. De PO-Raad en VO-raad hebben dit convenant met marktpartijen opgesteld en onlangs ondertekend. De nieuwe bewerkersovereenkomst van Basispoort treedt op 1 december 2015 in werking.
In de nieuwe Bewerkersovereenkomst is onder meer de ‘Privacy Bijsluiter’ opgenomen. Dit document maakt duidelijk welke gegevens Basispoort met welk doel in opdracht van de schoolbesturen verwerkt. Ook staan er technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen in die Basispoort in acht neemt bij de verwerking van de persoonsgegevens. De PO-Raad is betrokken geweest bij de totstandkoming van deze wijzigingen, zoals vastgelegd staat in de gebruiksvoorwaarden van Basispoort.
Overleg over veiligheid
Basispoort is een samenwerking tussen zeven uitgeverijen en leveranciers van schoolmaterialen. Omdat veel leden van de PO-Raad gebruik maken van Basispoort, overleggen de PO-Raad en ICT-partner Kennisnet regelmatig met Basispoort over de gebruiksvriendelijkheid en veiligheid. In de beginfase in 2013 waren er namelijk diverse problemen.
Het gebruik van de Bewerkersovereenkomst is een belangrijke stap voorwaarts, omdat de privacy van leerlingen hiermee beter beschermd wordt. De ingangsdatum 1 december valt weliswaar midden in het schooljaar, maar de partijen wilden deze versteviging van de positie van scholen niet tot de zomervakantie op zich laten wachten.
Convenant privacy
De modelbewerkersovereenkomst is een onderdeel van het convenant privacy, waarmee de leden van de PO-Raad op 11 juni instemden. Dit convenant draagt bij aan een goede borging van de privacy van leerlingen. Dat is belangrijk, omdat digitale leermiddelen en ondersteunende digitale systemen in het onderwijs niet meer zijn weg te denken.
In het convenant is de Wet bescherming persoonsgegevens vertaald naar de onderwijspraktijk. Het model is opgesteld met hulp van in privacy gespecialiseerde juristen. Zowel het model als het convenant zijn gesloten binnen het Doorbraakproject Onderwijs en ICT waar de PO-Raad in is vertegenwoordigd met diverse andere partijen.
Nieuwe voorwaarden nu al beschikbaar
In de nieuwe voorwaarden van Basispoort wordt bovendien een beter onderscheid gemaakt welke afspraken betrekking hebben op het gebruik van de Basispoortdienst, en welke afspraken betrekking hebben op de bescherming van persoonsgegevens en privacy. Scholen hoeven geen nieuwe overeenkomst met Basispoort af te sluiten. De nieuwe voorwaarden veranderen op 1 december automatisch mee. Ze zijn nu al wel beschikbaar om in te zien.
Meer verbeteracties
De PO-Raad blijft met Basispoort in gesprek over concrete verbeteracties en gebruiksvoorwaarden. Scholen met vragen of opmerkingen over de nieuwe voorwaarden kunnen zich wenden tot info@basispoort.nl.
Bron: PO-Raad
okt 14, 2015
Aanstaande donderdag spreekt de PO-Raad met de vakbonden over een nieuwe cao. De inzet van de PO-Raad is om snel tot afspraken te komen. Daarmee krijgt de hele sector duidelijkheid over onder andere de uitbetaling van de loonsverhoging in het kader van het loonruimteakkoord en over de toepassing van de Wet werk en zekerheid binnen het primair onderwijs.
Enkele andere sectororganisaties hebben al uitspraken gedaan over de uitbetaling van de loonsverhoging in het kader van het loonruimteakkoord. De PO-Raad wil na de overeenkomst met de bonden van 1 mei liever afspraken maken over het hele pakket en deze afspraken borgen in een cao-akkoord. Dat komt de duidelijkheid en eenduidigheid voor iedereen in de sector ten goede en is in lijn met de eerdere opstelling van de PO-Raad.
Zodra PO-Raad en de bonden de afspraken hebben gemaakt en hun achterbannen hebben geraadpleegd, kan de cao een feit zijn. Startdatum van die cao is dan 1 juli 2016, in verband met het overgangsrecht van de Wet werk en zekerheid. Uitbetaling van de loonsverhoging zou echter al eerder kunnen op basis van terugwerkende kracht vanuit die cao. De PO-Raad hoopt nog steeds het hele proces voor de komende Kerst te kunnen voltooien.
Bron: PO-Raad
okt 7, 2015
De Tweede Kamer heeft eind september ingestemd met het initiatiefwetsvoorstel ‘naar een doeltreffend onderwijstoezicht’. Dit wetsvoorstel maakt een scherp onderscheid tussen de toezichtstaak en de adviserende/stimulerende taak van de Inspectie. Het stelt dat het oordeel van de Inspectie gebaseerd moet zijn op wettelijk vastgestelde deugdelijkheidseisen. Het wetsvoorstel gaat nu naar de Eerste Kamer voor behandeling.
De PO-raad heeft vanaf het begin meegedacht in de totstandkoming van deze nieuwe wet en is blij met deze ingrijpende wijziging van het toezicht: het legt de verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit weer terug waar deze hoort: bij de scholen zelf. Besturen en scholen staan weer aan het roer als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Bovendien gaat het besturen en scholen meer duidelijkheid bieden aan welke wettelijke minimumeisen het onderwijs moet voldoen.
Deugdelijkheidseisen
De lijst met deugdelijkeisen waar de Inspectie over gaat oordelen, is echter geen onderdeel van deze wet. De PO-Raad vindt het, net als de indieners, belangrijk dat deze lijst zorgvuldig wordt samengesteld en zeker niet langer wordt als neveneffect van deze wet.
Huidige schoolplannen hoeven niet aangepast
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de drie amendementen op het oorspronkelijke wetsvoorstel. Een daarvan gaat over de vraag of de bepalingen uit deze nieuwe wet al van toepassing zijn op bestaande schoolplannen. D66 heeft geregeld dat scholen pas als de termijn van hun schoolplan afloopt, een schoolplan op hoeven stellen dat aan de nieuwe voorwaarden voldoet.
De – aangepaste – motie van de SP over de onverenigbaarheid van het wetsvoorstel met het voornemen van het kabinet om tot gedifferentieerde oordelen over onderwijskwaliteit te komen (voldoende, goed, excellent) haalde geen kamermeerderheid.
Gevolgen voor de sector
De PO-Raad en VO-raad zullen actief in overleg treden met het departement en de inspectie van het onderwijs over de uitwerking van het wetsvoorstel en de leden informeren over de gevolgen van het gewijzigde toezicht voor besturen en scholen. Voor het zover is moet echter ook de Eerste Kamer nog met het wetsvoorstel instemmen. De wet treedt vervolgens in werking op 1 juli in het jaar volgend op publicatie in de Staatscourant.
Lees hier meer over het initiatiefwetsvoorstel.
Bron: PO-Raad