Met het Nationaal Programma Onderwijs wil het kabinet leerlingen van voorschoolse educatie tot en met het wetenschappelijk onderwijs meer perspectief bieden. De regering investeert € 8,5 miljard in herstel en ontwikkeling van het onderwijs, het inhalen en compenseren van vertraging en de ondersteuning van leerlingen en studenten.
De basisscholen ontvangen hiervoor komend schooljaar gemiddeld € 180.000 per school, de middelbare scholen gemiddeld ruim € 1,3 miljoen per school. Scholen met veel leerlingen met minder kansen krijgen meer geld. Dit geld is bedoeld als stimulans voor de cognitieve en beroepsgerichte ontwikkeling, sociale en persoonlijke ontwikkeling en het mentaal welbevinden van leerlingen en studenten.
Het programma biedt ook ondersteuning voor leraren en andere medewerkers in het onderwijs.
De belangrijkste maatregelen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs zijn:
• Vanaf komend schooljaar krijgt elke school geld om leerlingen te helpen met opgelopen vertraging op cognitief, sociaal-emotioneel en executief gebied.
• Er komt een wetenschappelijk onderbouwde menukaart met bewezen effectieve maatregelen voor leerlingen. Scholen kiezen zelf de maatregelen die bij hun situatie passen.
• Scholen die te maken hebben met leerlingen die het extra lastig hebben, krijgen extra hulp en ondersteuning.
• Scholen kunnen eventueel deels open blijven in de zomervakantie. Leraren krijgen hiervoor extra betaald.
• Leerlingen krijgen in kleine groepjes les om vakken gericht bij te spijkeren. Dat kan ook buiten de reguliere schooltijden om, bijvoorbeeld in het weekend.
• Middelbare scholen krijgen vanaf komend schooljaar een bonus voor brede brugklassen, zoals voor vmbo-t/havo.
• Er komt extra personeel, waaronder vakleerkrachten, onderwijsassistenten en ander ondersteunend personeel, om de druk op leraren te ontlasten.
Extra investering van € 8,5 miljard in het onderwijs
