Met het programma Aanval op de schooluitval is het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) de afgelopen jaren stevig teruggedrongen. In 2002 verlieten nog 71.000 jongeren voortijdig het onderwijs. Dankzij de inzet van het onderwijs en gemeenten is de doelstelling van maximaal 25.000 nieuwe vsv’ers in 2016 behaald. De urgentie om vsv aan te pakken blijft hoog:

 

nog steeds gaan elk jaar bijna 25.000 jongeren zonder startkwalificatie van school. Daarom krijgt de aanpak van vsv een krachtig vervolg, waarbij tevens een verbreding van de aandacht naar jongeren in kwetsbare positie plaatsvindt. De nieuwe doelstelling van de minister en de staatssecretaris van OCW is maximaal 20.000 nieuwe vsv’ers per jaar in 2021. Om dit te bereiken worden succesvolle elementen van de vsv-aanpak verankerd in wet- en regelgeving. Eén van die elementen is de resultaatafhankelijke bekostiging van vo-scholen.

Door middel van resultaatafhankelijke bekostiging worden vo-scholen (evenals mbo-instellingen) gestimuleerd om landelijk bepaalde procentuele vsv-prestatienormen te halen. Als een school een prestatienorm haalt, ontvangt deze extra middelen als beloning en stimulans voor hun effectieve vsv-aanpak. De prestatienormen worden stapsgewijs aangescherpt. Zo wordt toegewerkt naar het behalen van de landelijke doelstelling. De vo-scholen hebben de afgelopen jaren goede resultaten geboekt en worden nu uitgedaagd om de uitval nóg verder terug te dringen.

Nieuwe regeling 2017 en 2018
In de nieuwe Regeling resultaatafhankelijke bekostiging vsv vo worden de voorwaarden voor de resultaatafhankelijke vsv-bekostiging van vo-scholen uitgewerkt voor de jaren 2017 en 2018. De regeling is op 7 september in werking getreden en is de opvolger van hoofdstuk 3 van de ‘Regeling regionale aanpak voortijdig schoolverlaten en prestatiesubsidie voor het voortgezet onderwijs’, die dit jaar afloopt. De nieuwe regeling voor het vo maakt deel uit van een breder pakket van nieuwe subsidieregelingen. Binnenkort worden ook de nieuwe regeling voor vsv-prestatiebekostiging van mbo-instellingen en de regeling ten behoeve van de regionale samenwerking in de aanpak van vsv door scholen, instellingen en gemeenten gepubliceerd.

Voor de resultaatafhankelijke bekostiging in het vo is jaarlijks € 17,1 miljoen beschikbaar. De bekostiging bestaat evenals in voorgaande jaren voor het ene deel uit een vast bedrag dat vooruit betaald wordt, zodat scholen investeringen in hun vsv-aanpak kunnen doen. Het andere deel bestaat uit een variabel bedrag, dat scholen achteraf ontvangen, afhankelijk van hun vsv-resultaten.

De nieuwe regeling bevat o.a. de volgende wijzigingen ten opzichte van de huidige vsv-prestatiesubsidie voor het vo:

• de prestatienormen voor vo onderbouw en vmbo-bovenbouw worden stapsgewijs aangescherpt;
• de budgetten voor het variabele bedrag en het vaste bedrag zijn voortaan gelijk;
• het variabele bedrag bestaat uit een ‘prestatienormbedrag’ voor het behalen van één of meer prestatienormen en een ‘bedrag voor behoud of verbetering’ voor scholen die de prestatienormen halen én hun vsv-prestatie van het voorgaande jaar evenaren of verbeteren;
• indien het budget voor de resultaatafhankelijke bekostiging in het vo niet volledig is uitgeput na uitkering van de vaste en variabele bedragen, wordt het restant via een verdeelsleutel verdeeld onder alle vo-scholen.

Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!