De Inspectie heeft na onderzoek vastgesteld dat in het PO & VO de private activiteiten gemiddeld 3 á 4 procent van de inkomsten omvatten. Private activiteiten zijn bijvoorbeeld verhuur of detachering; zaken die niet direct te maken hebben met het geven van (bekostigd) onderwijs. De Inspectie heeft onderzocht of scholen voldoende inzicht hebben in

hun private activiteiten. Vervolgens is gekeken hoe deze activiteiten aandacht krijgen in het beleid, het beheer en de verantwoording. Het is hierbij van belang dat er geen vermenging plaatsvindt tussen publieke en private geldstromen. Daardoor zou oneerlijke concurrentie kunnen plaatsvinden of er zouden publieke middelen kunnen weglekken naar private activiteiten.

Transparant
De Inspectie constateert dat de meeste instellingen de private activiteiten transparant verantwoorden, zich bewust zijn van de risico’s en beleid hebben om eventuele risico’s te beheersen. Toch is voor de Inspectie het beheersen van de risico’s het belangrijkste aandachtspunt. Advies is om private activiteiten expliciet onderwerp te maken van het interne toezicht, zodat het college van bestuur en de raad van toezicht zich daarover een oordeel kunnen vormen. En erover te rapporteren in het jaarverslag.

De Inspectie benoemt in het accountantsprotocol private activiteiten en de relevante aspecten daarvan expliciet, zodat het bestuur hierover rapporteert en de accountant een specifieke controle kan uitvoeren. Ook in het financiële toezicht betrekt de Inspectie private activiteiten expliciet. Zodra er zicht is op de rapportagevoorschriften en de werkzaamheden die accountants dienen uit te voeren, informeren wij u nader.

Aanmelden Nieuwsbrief

 
Wilt u op de hoogte blijven? Schrijf u dan gratis in voor onze Nieuwsbrief en ontvang nieuws en wetenswaardigheden rondom de onderwijs financiën!

You have Successfully Subscribed!